Waarom de dagen in de winter korter zijn dan in de zomer?

Dagen zijn lang niet altijd even lang. Ze hebben wel een regelmaat in de lengte. Zo zijn de dagen in de zomer altijd langer dan in de winter. En in de herfst en lente zijn de dagen soms even lang. Op de noordpool en de zuidpool is het de ene helft van het jaar licht en de andere helft van het jaar donker. Hoe kan dit? Welke regelmaat zit hierachter? 

 

Om te beginnen moet je weten dat de aarde rond en bol is en om de zon heen draait. Door de baan van de aarde om de zon ontstaan de jaren (1 jaar per voltooid rondje om de zon). Je kunt op het plaatje hieronder zien dat een kant van de aarde altijd belicht wordt, terwijl de andere kant donker blijft. 

 

Maar natuurlijk hebben we geen eeuwig lang durende nacht en dag. Als de aarde echter niet om zijn eigen as zou draaien dan zouden we een etmaal hebben die net zo lang duurt als een volledig jaar. Dit is uiteraard niet het geval. De aarde draait dus wel degelijk om zijn eigen as (dit is een denkbeeldige lijn die de noordpool met de zuidpool verbindt). Door deze draaiing ontstaat dus dag en nacht met een volledig etmaal van 24 uur zoals wij die kennen. Echter is het zo dat de nachten en dagen lang niet altijd gelijk aan elkaar zijn. Soms is de dag langer dan de nacht en op andere tijden is het weer precies andersom. Dit komt door de seizoenen die wij kennen. In de winter zijn de dagen kort en de nachten lang en in de zomer is het precies andersom. En bij het begin van de lente en herfst zijn dag en nacht even lang.  

Seizoenen ontstaan doordat de aardas niet loodrecht staat op de baan om de zon. In plaats daarvan is hij een beetje schuin. Doordat de aardas schuin staat er bijna altijd een kant dichterbij de zon en een kant verder weg. Het gedeelte van de aarde die in die periode het dichtst bij de zon staat ervaart zomer. De kant die er het verst vanaf zit ervaart juist winter. Als de aardas niet naar de zon toe wijst of van de zon af dan is er sprake van lente of herfst.  

 

 

Als je weet hoe seizoenen ontstaan kun je vervolgens ook op een logische manier verklaren waarom er verschil zit in de lengte van de dag en nacht. Als het zomer is in jouw werelddeel dan betekent dit dat dichter naar de zon toestaat en dus wordt er (zoals op het plaatje hierboven duidelijk wordt weergegeven) een groter deel van de aarde verlicht op dat werelddeel. Hierdoor wordt de nacht korter en de dag langer. Het effect hiervan is groter naarmate je dichter bij de polen komt, want als je in de poolcirkel zou wonen dan is het de ene helft van het jaar licht en de andere helft van het jaar donker. Dit terwijl er op de evenaar bijna geen verschil merkbaar is in dag of nachtlengte. Dit kun je uiteraard ook op de winter, herfst en lente toepassen. Het enige waar je dus op hoeft te letten is in welk deel van de wereld je woont en welk seizoen het is om te weten wat de verhouding tussen dag en nacht is.